Het oeuvre van Hanny Korevaar is als een geschilderd dagboek. Met een vroeg hoogtepunt, een raadselachtige plotwending en een weemoedige afloop. Als Hanny in 1914 lessen volgt aan de Rijksnormaalschool voor Teekenonderwijs leert ze Armand Bouten kennen. Het koppel moet de aandacht hebben getrokken door hun fysieke tegenstellingen: Hanny is een struise Amsterdamse, terwijl de uit Limburg afkomstige Bouten klein van stuk is. Ze reizen veel, en werken gezamenlijk in steden als Brussel, Parijs en Marseille. Hanny behoort tot de Hollandse expressionisten van het eerste uur. Ze schildert haar leven in felle kleuren, en haar stijl laat de invloed van het kubisme en van het werk van Marc Chagall zien.