De Zeeuwse Greet Feuerstein volgt een opleiding aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag en komt onder de hoede van de schilder W.E. Roelofs jr. In de jaren twintig krijgt ze les van Jan Toorop. Hij leert haar kijken, stimuleert haar om een eigen weg te kiezen én een eigen vormentaal te ontwikkelen, zo zegt ze later zelf. Als Greet les volgt bij de schilder Jacob Nieweg leert ze haar toekomstige man Jos de Gruyter kennen, die zes jaar jonger is dan zij. Greet en Jos trouwen in 1926, het jaar waarin ook zijn eerste kunsthistorische publicaties en boeken verschijnen. Ook voor Greet breken goede tijden aan. Critici zijn lovend over haar werk, waarin ze een eigen stijl heeft gevonden. Als Greet moeder wordt blijft ze schilderen. Ze illustreert kookboeken en kinderboeken. Haar oeuvre blijft desondanks klein: uit onvrede over de kwaliteit vernietigt ze veel van haar kunstwerken.