Alida Pott groeit op in een welvarend gezin en krijgt al jong belangstelling voor kunst en literatuur. Ze blijkt talent voor tekenen te hebben. Na haar opleiding werkt ze jarenlang als tekenleraar op de gemeentelijke Kweekschool voor Onderwijzeressen. Naast haar baan heeft ze genoeg tijd om de cursussen aan de Academie Minerva te volgen én zelf kunst te maken. Als enige vrouw behoort ze tot de kopgroep van kunstkring De Ploeg, die in de jaren twintig in Groningen voor een revolutie in de kunst zorgt. Geïnspireerd door haar Ploeg-collega’s ontwikkelt ze in korte tijd een geheel eigen stijl. Vanwege het opvallend heldere kleurgebruik sprint haar werk er tijdens exposities uit. Op 27 november 1922 trouwt Alida Pott met de zes jaar jongere George Martens, een collega-schilder. In de trouwakte staat hij als kunstschilder en Alida als lerares vermeld. Na de geboorte van hun zoon Rob (1923) heeft Alida minder tijd voor haar eigen vrije werk. Na 1925 heeft ze nauwelijks nog geschilderd of getekend.